Over toeslagen

In bepaalde gevallen kan iemand recht hebben op toeslagen. Hierbij gaat het om extra financiële steun.
Er wordt vaak geprobeerd dergelijke zaken via de aangifte Inkomstenbelasting te regelen, maar dat is technisch niet altijd mogelijk.
Er zijn 4 toeslagen: de huurtoeslag, de zorgtoeslag, het kindgebonden budget en de kinderopvang toeslag.

De huurtoeslag is bedoeld voor bewoners van een huurwoning. De hoogte is afhankelijk van het inkomen (ook die van eventuele partners of medebewoners) en de huur. Het moet gaan om zelfstandige woonruimte en de huurprijs moet binnen bepaalde grenzen vallen. Als de huurprijs hoger is dan het maximum (rond € 700) heeft men geen recht op huurtoeslag (behoudens enkel uitzonderingen).

De zorgtoeslag is een tegemoetkoming in de kosten van de verplichte zorgverzekering. De zorgtoeslag wordt berekend aan de hand van de persoonlijke situatie (alleenstaand of samenwonen), het inkomen en een rekenkundig gemiddelde van de basispremie voor de Zorgverzekeringswet.
Vanaf 1 januari 2013 is er geen recht meer op zorgtoeslag indien het box 3 vermogen meer is dan € 80.000

Bij de regeling voor het kindgebonden budget gaat het om een financiële bijdrage van de overheid in de kosten van kinderen. De hoogte is afhankelijk van de draagkracht (op basis van het inkomen), het vermogen en het aantal kinderen.

Bij de kinderopvangtoeslag gaat het om de opvang van een kind tot de eerste dag van de maand waarin het kind naar het voorgezet onderwijs gaat. De hoogte is afhankelijk van de werkelijk gemaakte kosten voor de kinderopvang, het inkomen, het aantal kinderen en het aantal gewerkte uren.

Belangrijk bij de toeslagen is dat de toeslag die men in het loop van het jaar krijgt als voorschot gezien moeten worden. Pas na afloop van het jaar en de behandeling van de aangifte Inkomstenbelasting vindt verrekening plaats.

Onze diensten