Binnen de berekening van de BTW en bij het opstellen van facturen, kennen we twee soorten prestaties:
– De belaste prestatie, de prestatie waarover BTW (6% of 21% of 0%) wordt berekend en
– De vrijgestelde prestatie, de prestatie waarover geen BTW wordt berekend.
Bij vrijgestelde prestaties moeten we o.a. denken aan:
– Onderwijsactiviteiten
– De uitvaartbranche
– De gezondheidszorg
– Kinderopvang
Voor wat betreft het terugvorderen van de voorbelasting heeft het leveren van vrijgestelde prestaties tot gevolg dat er geen voorbelasting (betaalde BTW op inkopen t.b.v. de onderneming) kan worden teruggevorderd. Soms besluit de Belastingdienst dat een ondernemer met uitsluitend vrijgestelde prestaties volledig wordt vrijgesteld van BTW plicht. Dan vervalt de plicht tot het doen van de aangifte BTW en het bijhouden van een BTW administratie.
Wanneer er nu naast vrijgestelde prestaties ook belaste prestaties worden geleverd, dan wordt het verhaal wat ingewikkelder. Er zal dan wel afdracht zijn voor de geleverde belaste prestaties (dit zal uit uitgereikte facturen aan cliënten duidelijk moeten blijken door de vermelding van de in rekening gebrachte BTW op de factuur).
Gelijktijdig zal er ook recht bestaan op terugvordering van de betaalde voorbelasting. Hoeveel dit is hangt af van der verhouding belaste- en vrijgestelde prestaties t.o.v. het totaal over een jaar aan geleverde prestaties.
Voorbeeld:
– Totaal geleverde prestaties € 10.000
– Waarvan 25% belaste en 75% vrijgestelde prestaties.
Er mag nu in totaal 25% van de voorbelasting worden teruggevorderd.
Aan het eind van het boekjaar, bij de laatste aangifte omzetbelasting zal dan moeten worden gekeken naar deze verhouding en e.e.a. in de laatste aangifte moeten worden aangegeven. Dit kan uiteraard leiden tot correcties van voorgaande tijdvakken.