Inkomsten- en Vennootschapsbelasting 2024
Binnenkort komen de brieven van de Belastingdienst weer binnen over de aangiften Inkomstenbelasting en Vennootschapsbelasting over 2024. De aangifte kan gedaan worden vanaf 1 maart 2025.
Wij vragen voor al onze klanten uitstel tot het doen van aangifte aan. Als (bij de Belastingdienst genoteerde) belastingconsulent geeft dat ons de tijd om tot begin 2026 alle aangiftes 2024 af te ronden. Dat uitstel gaat dus verder dan het uitstel wat belastingplichtigen zelf kunnen aanvragen, dat is meestal tot 1 september. Overigens kunnen we onze uitstelaanvraag pas na 1 maart 2025 doen.
Dat we dat voor iedereen uitstel aanvragen is vooral uit praktisch oogpunt. Anders moeten we per klant naar de mogelijkheden gaan kijken en bestaat het gevaar dat wij voor klanten geen uitstel aangevraagd hadden terwijl het toch uiteindelijk wel nodig was (door onvoorziene gebeurtenissen). In de werkelijke planning en uitvoering houden wij uiteraard rekening met de wensen van onze klanten. De klanten waar wij nog nadere informatie van nodig hebben voor het aanvragen van het uitstel zullen wij individueel benaderen.
Veel klanten hebben ons gemachtigd tot het gebruik van de Vooraf Ingevulde Aangifte (VIA). In de VIA heeft de Belastingdienst bepaalde relevante gegevens t.b.v. de aangifte al verwerkt en dat scheelt uiteraard tijd. Voor de klanten waar deze machtiging nog niet voor geregeld is zullen wij dat in gang zetten.
Belastingdienst gaat extra controleren op zakelijke uitgaven
De Belastingdienst gaat in 2025 extra aandacht besteden aan de beoordeling van zakelijke kosten die opgevoerd worden door ondernemers. De dienst heeft uit eigen waarnemingen en analyses gemerkt dat kostenposten regelmatig verkeerd worden verwerkt waardoor correcties moeten worden uitgevoerd in de vorm van navorderingen en naheffingen.
Het blijkt dat veel correcties in de aangiften te maken hebben met privéuitgaven die onterecht worden opgevoerd als zakelijke kosten. Denk aan schilderwerk van een privéwoning of abonnementen om te sporten en streamingdiensten. Deze onjuiste aftrekposten komen zowel bij zelfstandige ondernemers als bij directeur-grootaandeelhouders (dga’s) van eenpersoons-bv’s veel voor.
Bij deze laatste groep ziet de Belastingdienst opvallend vaak hoge fiscale correcties in de vennootschapsbelasting en verkapte winstuitdelingen in de inkomstenbelasting. Deze hebben vaak betrekking op opgevoerde onzakelijke kosten.
De Belastingdienst ziet dus vaak dat aftrekposten worden opgevoerd, waar overduidelijk sprake is van onzakelijke kosten. De Belastingdienst controleert actief op de juistheid van kosten in de aangiften inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonheffingen. Dit draagt volgens de dienst bij aan een eerlijke concurrentiepositie voor ondernemers en gelijkheid tussen ondernemers en werknemers in loondienst.
De dienst ziet voor belastingadviseurs een bijzondere verantwoordelijkheid om te letten op de juistheid van de aangiften en de kosten die de klanten aanleveren bij de adviseur.
Handhaving schijnzelfstandigheid
Op 1 januari verviel het zogenaamde handhavingsmoratorium op schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst gaat dus weer volop aan de slag met controles op opdrachtgevers die zelfstandigen inhuren, terwijl er volgens het arbeidsrecht sprake is van een dienstverband. Omdat de zzp-regels nog steeds onduidelijk zijn, zou de fiscus beginnen met ‘een zachte landing’.
“Organisaties moeten de kans krijgen om fouten te herstellen voordat we zwaar geschut inzetten”, zei staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane) eerder.
Maar inmiddels lijkt het erop dat de Belastingdienst zich niet houdt aan deze toezegging. Ondernemers klagen over de manier waarop de Belastingdienst omgaat met de handhaving op schijnzelfstandigheid. Inspecteurs horen eerst een waarschuwing te geven, maar gaan nu vaak direct over tot een boekenonderzoek. Dat meldt het kennisplatform voor de arbeidsmarkt, ZiPconomy.