nieuwsbericht 2025-05

Crypto-aanbieders straks verplicht gegevens met fiscus te delen

Crypto’s behoren (net als spaargeld en beleggingen) tot het vermogen dat moet worden opgegeven in de aangifte inkomstenbelasting. Daarover is belasting verschuldigd wanneer het totale vermogen uitkomt boven een vastgesteld bedrag.

Met een nieuw wetsvoorstel worden crypto-aanbieders verplicht om per 1 januari 2026 transactiegegevens van hun gebruikers te verzamelen, controleren en rapporteren aan de belastingdiensten van de EU-lidstaten. Dit zijn bijvoorbeeld transacties waarbij crypto is aangekocht met geld, maar bijvoorbeeld ook wanneer crypto is ingezet voor een aankoop.

De maatregelen volgen uit een Europese richtlijn, die met dit wetsvoorstel wordt omgezet in Nederlandse wetgeving. De belastingdiensten wisselen onderling daarnaast gegevens uit over de inwoners van de andere lidstaten. Zo krijgt de Belastingdienst ook inzicht in cryptotransacties van Nederlandse belastingplichtigen die worden gedaan via crypto-aanbieders in EU-lidstaten. Door het gebrek aan zicht op cryptobezittingen bestaat de kans dat crypto niet altijd wordt opgegeven. Daarom worden nu maatregelen genomen.

Crypto-aanbieders moeten uiterlijk 31 januari van het opvolgende jaar rapporteren – en met de ingang van het wetsvoorstel op 1 januari 2026 dus voor het eerst op 31 januari 2027. De gegevens over crypto worden niet vooraf ingevuld, maar de Belastingdienst heeft dus wel gegevens om crypto te controleren.

 

KVK waarschuwt: risico’s schijnzelfstandigheid niet gedekt met BV

De Belastingdienst handhaaft sinds januari 2025 de zzp-wet, die schijnzelfstandigheid moet tegengaan. Werkgevers kunnen daardoor sinds 1 januari 2025 een naheffing krijgen als blijkt dat ze zelfstandigen inhuren voor werk dat in een vast dienstverband moet worden gedaan. Boetes worden dit jaar nog niet uitgedeeld.

De KVK zag hierdoor eerder al een afname in het aantal zzp’ers. Ook in het tweede kwartaal van 2025 daalde het aantal gestarte eenmanszaken, met 16% ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Het aantal BV’s vertoonde tegelijkertijd juist een sterke stijging van 21% op jaarbasis.

Nieuwe wetten en regels voor eenmanszaken, zoals het handhaven van de zzp-wet, ziet de KVK als mogelijke oorzaak. De beoordelingscriteria voor een eenmanszaak en een BV als het gaat om schijnzelfstandigheid zijn evenwel hetzelfde. Ook bij een BV mag bijvoorbeeld geen werkgever-werknemer verhouding bestaan tussen opdrachtgever en zelfstandige, aldus de KVK.

 

Wet tegenbewijsregeling box 3 in werking getreden

Per 19 juli 2025 is de Wet tegenbewijsregeling box 3 in werking getreden. De Wet en het koninklijk besluit tot inwerkingtreding zijn in het Staatsblad gepubliceerd.

De Hoge Raad heeft over de huidige box 3-wetgeving geoordeeld dat deze in bepaalde gevallen een inbreuk vormt op het discriminatieverbod en de bescherming van het eigendomsrecht. Door de Wet tegenbewijsregeling box 3 wordt deze inbreuk weggenomen en wordt voor het verleden rechtsherstel geboden. Deze wet is een tijdelijke oplossing tot de verwachte Wet werkelijk rendement box 3 in werking treedt (waarschijnlijk niet eerder dan 2028).

De Hoge Raad oordeelde dat de verdragsschendingen met de ingevoerde maatregelen uit de Wet rechtsherstel box 3 (voor de jaren 2017–2022) en de Overbruggingswet box 3 (voor de jaren 2023 en verder) nog niet voldoende toereikend zijn.

Belastingplichtigen met een lager werkelijk rendement dan het forfaitaire rendement krijgen nu de gelegenheid om dit aan te tonen door middel van het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR). Als dit aannemelijk gemaakt kan worden, dan wordt op basis van deze wet alleen belasting geheven over het werkelijke rendement. De door de HR opgestelde regels op hoofdlijnen dienden als uitgangspunt en worden in deze wet verder uitgewerkt.

De Belastingdienst is inmiddels begonnen met het versturen van brieven (aan belastingplichtigen) over het doorgeven van het werkelijk rendement.

Onze diensten